Logboek 2020

Land in zicht

Land in zicht, 40 mijl te gaan
Land in zicht, 40 mijl te gaan

 

 

Maandag, 24 februari 2020

 

 

 

S 26º 04,138 W 108º 30.863 – Paaseiland, Isla Pasque of Rapa Nui.

 

De wind staat zacht ruisend in net bezeilbare stand en kan me lange tijd inhouden om niet de motor te starten. Een voortgang van 1,8 mijl is geen snelheid om naar huis te schrijven. Dan de motor aan om half vier en snorren nu met een 5.0 door het water maar op de klok rond vier uur staat de wind weer bij. Motor uit. Oostenwind van 3-4 beaufort met een regenbui die je koud en nat maakt, zoals de natte kuip matten. Ik kleed me om met een nieuwe broek aan maar maak direct een fout om op de natte matten te gaan zitten bij het bijstellen van de windvaan. Ik laat het maar zo en kies ervoor om met een nat kruis door het leven te gaan. Wie weet wat mijn eindstation zal zijn?

 

En dan om 11.30 komt Paaseiland onder de laaghangende wolken uit. Eerst een twijfel of het een wolk is maar even later weet je het zeker. Nu weet ik uit ervaring dat het nog heel lang kan duren voordat de reis afgerond kan worden. In het zicht van de haven gebeuren de meeste ongelukken. Ik houd het zo lang mogelijk zeilend en kan me lange tijd van de motorsleutel weghouden. Probleem is dan wel dat we in de nacht aankomen maar bij het bestuderen van de kaart lijkt het me niet zo moeilijk.

 

De wind zet lekker door en helpt de Queen B lekker mee met een vervelende vanachter wind. Wil ze nu gijpen, ja of nee? Weet dat er geen ruimte meer zit aan bakboordzijde en zou het zeil naar bakboord moeten overzetten. Probleem is dat we van het eiland afzeilen en dat wil je juist in de laatste meters niet.

Bij het waypoint van de kaap om definitief naar Hanga Roa te varen  wordt de koers ruimer en varen we ruim langs de kust naar de lampjes van de zo te zien van een afstand een grote stad. Hoe kan dit?, in het boek stond dat het een dorp was van 1600 mensen en dan verwacht je niet het aantal lampjes zoals nu.

 

Bij het keurig oproepen van de havenautoriteiten blijkt niemand Engels te spreken en na wat geharrewar kunnen we ankeren en moeten ons morgen melden. Ik hoor nog iets van koraal maar daar heb je weinig aan als de strekking niet duidelijk is.

 

Op de kaart staan twee ankertjes zowel op de Garmin alswel op de OpenCpn en zet een waypoint naar één van deze ankertjes. Een geruststelling is dat we niet alleen zijn en dat er een aantal schepen voor de kust liggen. Eindelijk na 2800 mijl kan het anker van het dek en laat deze zakken. Een hoop geschraap en gekreun van de ketting geven aan dat het daar beneden met houdkracht niet goed gaat. Met een zucht en met behulp van gecoordineerde spierkracht samen met de lier de 70 meter ketting naar boven takelen en merk dat de lier voor deze ketting wat licht is en er behoorlijk moeite mee heeft. Ik help de lier een handje om aan de ketting te trekken.

 

De Queen B opnieuw bijdraaien en een nieuwe poging, nu schraapt de ketting iets maar krijg het idee dat we beet hebben. Anker houdt, ankerwacht bijzetten en spullen in de kuip opruimen.